Het hbo denkt alleen nog maar in ‘competenties’. Althans, dat beweert Jan Willem Bruins hogeschooldocent en voorzitter Vereniging Medezeggenschap Hogescholen in Trouw (17 mei). “Hoe groot is het kwaliteitsprobleem van het hoger beroepsonderwijs? Volgens de inspectie gaat het om enkele opleidingen van een paar hogescholen, al zou het mogelijk zijn dat er bij veel meer opleidingen problemen zijn.”
Hij vreest dat de kwaliteitsproblemen op veel grotere schaal voorkomen. “De onderwijsinspectie mist tot nu toe een belangrijk aspect. Er is een directe relatie tussen de daling van het niveau en een onjuist onderwijsmodel: het competentiegerichte onderwijs dat op bijna alle hogescholen de laatste jaren is ingevoerd.”
Op deze mening is een en ander af te dingen. De onderwijsinspectie beweert niet dat het bij het kwaliteitsprobleem om enkele opleidingen gaat. De inspectie heeft gericht enkele opleidingen onderzocht en stelt – terecht – dat men geen algemeen beeld heeft geschetst van het onderwijs. “Door de wijze waarop de onderzochte opleidingen zijn geselecteerd (op basis van risico-inschatting en ernstige signalen) geeft het onderzoek expliciet niet een algemeen beeld van het bekostigd hbo”, aldus de inspectie zelf.
Er is een “directe relatie tussen de daling van het niveau…” Die daling wordt eenvoudigweg geponeerd als een vaststaand feit. Maar waar is dat op gebaseerd? Wie stelt, bewijst. En dat geldt zelfs voor Bruins.