Pieter Hilhorst (Volkskrant) meent dat het marktdenken in het hbo is een veel groter probleem is dan het rendementsdenken. “Om zoveel mogelijk studenten te trekken, verzinnen hogescholen allerlei hippe opleidingen als media en entertainment management (MEM) of vrijetijdsmanagement. En juist daar ontstaan de problemen omdat die opleidingen te hard groeien.” Door de enorme groei van dit soort opleidingen is het vrijwel onmogelijk om de kwaliteit te waarborgen.
“Een ander probleem is de verhouding tussen de logica van docenten en de logica van het management. Een kleine anekdote kan dat illustreren. Een docente studie- en loopbaanbegeleiding van Inholland merkte dat haar studenten maar weinig gemotiveerd waren. Dus bedacht ze opdrachten en eiste ze dat studenten die maakten. Wie geen opdracht had gemaakt, werd weggestuurd. Toen haar teammanager dit ter ore kwam, greep hij terstond in. Deze aanpak was uit den boze, want de bedachte opdrachten stonden niet in het onderwijs- en examenreglement. Bovendien was het oneerlijk, want studenten van andere docenten hoefden dat niet te doen.”
Een ander fundamenteel probleem is volgens Hilhorst de verhouding tot het werkveld. “Het hbo claimt praktijkgerichte opleidingen te bieden. Daarin onderscheidt het zich van de universiteit. Tegelijkertijd belooft het hbo dat het zijn studenten een onderzoekende houding bijbrengt. Maar de onderwijsinspectie ontdekt weinig van die onderzoekende houding. Als studenten een projectplan moeten maken, is dat plan zelden gebaseerd op onderzoek, en als er al onderzoek is gedaan, kijken studenten niet naar eerder verricht onderzoek. Het is doen zonder denken. Maar voor het management is de innige samenwerking met de praktijk juist het ordenend principe van de hele opleiding.” Volgens hem lijkt het erop dat bij het hbo dienstbaarheid belangrijker wordt gevonden dan kwaliteit. “Dienstbaarheid aan de modegrillen van studenten die een hippe opleiding willen en dienstbaarheid aan het al te pragmatische werkveld. Zo wordt het hbo uitgekleed. En docenten die wel de kwaliteit willen bewaken, vinden het management eerder tegenover zich dan aan hun zijde.”
Bij Hilhorst’ analyse willen toch een paar inhoudelijke kanttekeningen maken.
Een probleem is een te veel aan “dienstbaarheid aan het al te pragmatische werkveld”. Nog los van het feit dat ‘het werkveld’ niet bestaat, hebben verschillende ‘werkvelden’ in het verleden meerdere keren aangegeven niet erg blij te zijn met de enorme diversiteit van het aanbod. Begrijpelijk, want heldere en goed aangeschreven opleidingen als de hts en heao verdwenen en wat er voor in de plaats kwam was (en is) niet helder.
De commissie-Rauwenhoff klaagde in 1990 (!) al over te weinig dienstbaarheid. Het rapport van deze commissie werd uitgangspunt voor het regeringsbeleid, maar in de jaren negentig kwam de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven nauwelijks van de grond. De belangrijkste reden was dat minister Ritzen de financiering bij het bedrijfsleven legde en die hadden daar geen trek in.
Dan het punt van de onderzoekende houding. Dit is eveneens een van de recente modegrillen. Om daar een zwaar item van te maken – en dat doet de inspectie – is redelijk bizar.
Het voorbeeld van de ‘verhouding tussen de logica van docenten en de logica van het management’ snappen we niet. Prima dat een docent meer kwaliteit wenst, maar dan wel graag in overleg met collega’s.
Bijna een kwart eeuw geleden werd door twee Kamerleden geklaagd over de buitengewoon slechte kwaliteit van de toenmalige lerarenopleiding voor het basisonderwijs. Vanaf die tijd volgen we de kwaliteitsdiscussie nauwgezet en horen we niets anders dan dat het hbo voor geen meter deugt. Recente kwalificaties als ‘schrijnend gebrek aan fatsoen’ op de werkvloer en ‘hbo staat bol van fraude en oplichting’ komen niet van de site van Telegraaf, maar zijn afkomstig van Prick (onderwijsredacteur van het NRC) en prof. Heertje (zie deze site). Het probleem met die kritiek – van toen én nu - is dat de onderbouwing minimaal is.
En ook nu weer: op basis van een paar onderzochte alternatieve afstudeerroutes wordt het hele hbo afgeserveerd. Helder, makkelijker en efficiënt, want al die nuances bekken niet lekker.